
Overig
Sommige gewassen zijn niet goed te plaatsen in de gewas categoriën en zijn daarom hier apart samengebracht. Dit zijn de gewassen die o.a. voor het zaad (blauwmaanzaad), de vezels (vlas), als groenbemester of als veevoer (klaver) kunnen worden gebruikt.
Blauwmaanzaad (Papaver somniferum)
Blauwmaanzaad (Papaver somniferum) wordt al duizenden jaren verbouwd en heeft zijn oorsprong in Zuid-Europa, Azië en het Midden-Oosten. Dit veelzijdige gewas werd in de oudheid niet alleen als voedsel, maar ook als medicijn gebruikt. Later, in de 19e eeuw, vond de olie uit het zaad toepassing in de schilderkunst.
In Nederland werd blauwmaanzaad in de 20e eeuw verder veredeld, waarbij selecties uit oude landrassen leidden tot de ontwikkeling van Emmabloem. Dit is een van de weinige Nederlandse blauwmaanzaadrassen die bewaard zijn gebleven en herinnert ons aan een tijd waarin deze teelt hier nog volop aanwezig was.
Klaver (Trifolium spp.)
Klaver zul je mogelijk niet direct herkennen als gewas, maar wordt al lange tijd gebruikt als veevoer, vanwege de plantaardige eiwitten en stikstof. Daarnaast staat klaver bekend als effectieve groenbemester, vanwege zijn vermogen om stikstof te fixeren en bodemkwaliteit te verbeteren. Er zijn vele soorten klaver, met binnen de erfgoedrassen de rode klaver (Trifolium pratense) en witte klaver (Trifolium pratense).
Vlas (Linum usitatissimum)
Linnen kledij, stevige scheepstouwen, lijnzaad en lijnolie: vlas is een veelzijdig en zeer oud gewas waarvan zowel de zaden als de vezels in de stengel kunnen worden gebruikt. De soortnaam usitatissimum betekent dan ook 'zeer nuttig' of 'meest gebruikte' in het Latijn. In heel Nederland werd al in de Middeleeuwen veel vlas geteeld. De vlas erfgoedrassen Concurrent en Fries Witbloeivlas vinden hun oorsprong in Friesland. Hoewel de teelt afgelopen eeuw significant is teruggelopen, is dit gewas nog steeds te vinden op de Nederlandse akkers, met name in Zeeland.
